Moeizame bevalling

Tijdens de bevalling komen er grote druk/compressiekrachten op het lichaam en het hoofdje van de baby te staan. De baby moet een goede positie hebben om te kunnen indalen en de spildraai te maken. Hoofd en nek moeten een aantal extreme posities aannemen om deze spildraai tot een goed einde te brengen. Indien de bevalling gepaard gaat mat een vacuüm, druk op de buik, zeer snelle bevalling, klem zitten met hoofdje en/of schoudertje wordt deze druk nog veel sterker.

Bevallingen die ingeleid zijn doen de samentrekkingskracht van de baarmoeder verhogen wat ook weer de druk verhoogt. Door deze situaties kan er spanning ontstaan in – en tussen de schedelbotstukken, in het schedel – nek gewricht , het bekken, het middenrif,…met uiteenlopende klachten tot gevolg.

Indien de baby een sterrekijker was vraagt dit ook de aandacht!

Ook de positie van de baby in de baarmoeder tijdens de zwangerschap kan voor problemen zorgen. Zo hebben tweelingen 50% kans om een voorkeurshouding te ontwikkelen door plaatsgebrek in de baarmoeder. Een langdurige indaling voor de bevalling fixeert het hoofdje van de baby in één positie in het bekken van de moeder met al zijn gevolgen van dien.

Als en ( spoed)keizersnede gepaard gaat met veel trek -en duwwerk heeft dit ook weer de verhoogde druk tot gevolg. Een keizersnede heeft ook invloed op de samenstelling van de darmflora met mogelijke maag-darmklachten, exceem,… tot gevolg.